Zeg bakkertje
Er was er eens een vrouw
Molenaartje maal je molen
Elsje fiederelsje
Wij gaan opruimen
Voor het eten: Vijf engeltjes hebben gezongen
Schuitje varen, theetje drinken
Danken na het eten: We hebben gegeten
Als kabouter Koen ’s middags naar bed gaat: Slaap maar Koentje slaap zacht
We maken een kringetje
Als kabouter Koen ’s morgens wakker wordt gemaakt: De zon komt op
In iedere kleine appel
Appeltjes, appeltjes, glanzend en rond
Appeltjes rood en appeltjes rond
Aan het eind van de kring: Met duimelot en likkepot
Pak je laarzen pak je jas
Wie gaat ermee naar de berg van Sint André
Kom mee naar buiten allemaal
Een treintje ging uit rijden